Gemeenten boeken af op grond, maar zijn er nog niet

20-12-2013

Gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid en boeken af op grondposities. In 2012 hebben gemeenten € 1,1 miljard verlies genomen. Van 2010 tot en met 2012 hebben gemeenten in totaal € 3,3 miljard aan verlies genomen, waarvan € 2,6 miljard direct verlies en € 0,7 miljard winstvermindering.
Dit blijkt uit onderzoek door Deloitte.

Nieuwe verwachte verliezen
In de komende jaren kunnen gemeenten nieuwe verliezen verwachten van € 0,7 tot 2,7 miljard. Het totale verlies bedraagt daarmee € 4 tot 6 miljard. Dat is meer dan in voorgaande jaren werd geraamd. Volgens de onderzoekers van Deloitte beschikken de meeste gemeenten op dit moment over voldoende mogelijkheden om die tegenvallers op te kunnen vangen.

Situationeel grondbeleid
Het grondbeleid van de gemeenten verandert door veranderingen in de maatschappij. Grootschalige projecten maken plaats voor meer kleinschalige (bouw)ontwikkelingen. De wettelijke mogelijkheden die gemeenten hebben bij hun grondbeleid moeten aansluiten bij deze veranderingen, zodat passief grondbeleid en actief grondbeleid gelijkwaardige alternatieven zijn waar gemeenten vrij tussen kunnen kiezen (situationeel grondbeleid).

Omgevingswet
Een belangrijke plaats om dit te regelen is de nieuwe Omgevingswet. Het gaat dan bijvoorbeeld om een flexibeler exploitatieplan, de mogelijkheid van bovenplanse verevening en de invoering van een regeling voor stedelijke herverkaveling, naast behoud van het voorkeursrecht en modernisering van de onteigeningsbevoegdheid.

Zo kunnen gemeenten via het grondbeleid voldoende invloed blijven uitoefenen op de ruimtelijke ordening, zonder dat zij zelf per definitie een actieve rol in de grondexploitatie (met bijbehorende financiële onzekerheden) hoeven hebben.

Over het onderzoek
Aan het onderzoek hebben 380 gemeenten (ruim 90%) meegewerkt. Zij hebben financiële informatie over het grondbedrijf over 2012 verstrekt. Daarnaast zijn de openbaar beschikbare gegevens uit de jaarrekeningen 2012 van alle gemeenten gebruikt.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de VNG, de ministeries van Ien M, BZK en Wonen en Rijksdienst, het Vakberaad Gemeentefinanciën en het IPO. (VNG, 20 december 2013)