Foutherstel rechtmatigheidsverantwoording

06-02-2025

De Commissie BBV heeft een vraag ontvangen op welke wijze en onder welke voorwaarden een materieel onjuiste rechtmatigheidsverantwoording in een voorgaande jaarrekening via foutherstel in de nog samen te stellen jaarrekening moet worden verwerkt volgens de bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV).  

In antwoord hierop stelt de commissie dat een jaarrekening die valt onder het regime van het BBV na vaststelling door het hoogste orgaan van een publiekrechtelijke organisatie (gemeenteraad, provinciale staten, bestuur van een gemeenschappelijke regeling of verenigde vergadering) niet meer kan worden aangepast. Dit betekent dat geen nieuwe (juiste) rechtmatigheidsverantwoording kan worden opgesteld. Deze kan dan logischerwijs ook niet door een accountant worden gecontroleerd.

In principe wordt een materiële fout in een vastgestelde jaarrekening van jaar t gecorrigeerd via een correctie van de beginbalans in de jaarrekening van het jaar t+1 (zie ook Q&A foutherstel 23 oktober 2024). Gezien de aard van de rechtmatigheidsverantwoording is ook dit niet mogelijk.  

De commissie is dan ook van mening dat indien sprake is van een materiële fout in een rechtmatigheidsverantwoording in een reeds vastgestelde jaarrekening de gemeenteraad geïnformeerd dient te worden over de onjuistheden in deze rechtmatigheidsverantwoording. De manier waarop dit dient te gebeuren is aan de gemeente zelf.  Het is wel noodzakelijk dat in de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening van het jaar t+1 wordt opgenomen dat er in de rechtmatigheidsverantwoording van voorgaand jaar een materiële fout is geconstateerd en wat de aard en het effect van deze fout is.